Brabant Injury Outcome Surveillance (BIOS)

Onderzoek naar traumapatiënten is eerder gedaan, maar vaak lag de focus daarbij op overlevingskansen. Over hoe het overlevers vergaat na hun ongeluk is minder bekend. Een groot onderdeel van Trauma Topzorg in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis is de omvangrijke studie Prevalentie, herstelpatronen en risicofactoren van niet-fatale uitkomsten en kosten na een ongeval, ook wel de Brabant Injury Outcome Surveillance (BIOS). In dit onderzoek, dat uniek te noemen is in zowel onderwerp als duur en omvang, worden achtduizend patiënten in de twee jaar na hun opname in een van de Brabantse ziekenhuizen op diverse momenten gevraagd naar hun welbevinden.

Mariska de Jongh is als klinisch epidemioloog bij de studie betrokken: “Voor de BIOS – de goede verstaander zal de verwijzing naar het Griekse bios, dat ‘leven’ betekent, niet ontgaan -, vragen wij alle mensen van achttien jaar of ouder die acuut worden opgenomen in een Brabants ziekenhuis om mee te doen. De aard van hun verwondingen speelt daarbij geen rol. De ernst van het trauma zegt namelijk niet alles over de kwaliteit van leven na zo’n ingrijpende gebeurtenis. Wij hopen hiermee een beter beeld te krijgen van leven en functioneren na een ongeval, ofwel: een beter inzicht in niet-fatale uitkomsten van een trauma.”

Gevolgen voor samenleving

De studie wordt geleid door De Jongh en traumachirurg Koen Lansink. Hun verwachtingen zijn hooggespannen. Zo wordt met dit onderzoek een stevige basis gelegd voor vervolgstudies in de toekomst, maar is ook direct een aantal concrete doelen te benoemen. De Jongh: “Het aantal traumapatiënten dat we in Brabant elk jaar behandelen is groot. Een ongeval heeft gevolgen voor de patiënt, maar ook voor de gemeenschap. Voor die impact op de samenleving is niet altijd aandacht en die willen we met de BIOS-studie in kaart brengen. Ook hopen we hiermee boven tafel te krijgen welke kosten een trauma met zich meebrengt. Hoe lang duurt het voor iemand weer volledig kan meedoen in het arbeidsproces, heeft een patiënt blijvende aanpassingen aan zijn huis nodig, wat zijn de psychische gevolgen, hoe vaak moet hij terug naar het ziekenhuis of andere zorgaanbieders?” Lansink vult aan: “Traumapatiënten zijn vaak relatief korte tijd uit de running, bijvoorbeeld na het breken van een been. Dit is een groot ziekteprobleem, wat soms onderschat wordt. Wij hopen een beter beeld te krijgen van wat dit soort ongevallen betekenen voor de maatschappij.”

Zorg op maat

Het verbeteren van patiëntenzorg staat - uiteraard - voorop. Door beter te kunnen anticiperen op de gevolgen van een trauma, kan zorg op maat geleverd worden. Lansink: “Door de grote patiëntenpopulatie die we bevragen beschikken we straks over een schat aan informatie, die we breed inzetten. Zo ontwikkelen we statistische modellen waarbij we naast sterfte ook functionele maten als uitkomst nemen en waarmee we kunnen bepalen wat goede zorg is en wat juist niet.”

Kapstok voor deelstudies

De BIOS is een grote basisstudie, die als kapstok dient voor diverse deelstudies. Zo worden ook patiënten met een heupfractuur gevolgd. Hieruit moet een scorekaart voortkomen die een hulpmiddel is om als zorgverlener samen met de patiënt tot een keuze te komen om wel of niet te opereren. Kijk voor meer informatie elders op deze website: ‘Beslismodel voor heupfracturen’. Ook de ontwikkeling van andere kwaliteits- en validatiemodellen wordt ondergebracht in substudies.

Projectleiders: Mariska de Jongh en Koen Lansink.

Lees een samenvatting van het onderzoek op: http://www.zonmw.nl/nl/projecten/project-detail/prevalence-recovery-patterns-and-risk-factors-of-non-fatal-outcome-and-costs-after-trauma-a-prospe/samenvatting/.

 

 BIOS, hoe doen we dat?
Alle Brabantse traumaziekenhuizen doen mee aan dit grootschalige onderzoek, waarmee de bevraagde patiëntenpopulatie ongekend groot is. Een ander uniek punt is dat patiënten direct na opname een eerste vragenlijst invullen. De volgende momenten waarop vragenlijsten verstuurd worden zijn één, drie, zes, twaalf en 24 maanden na de ziekenhuisopname. In deze lijst staan vragen over gezondheidstoestand, werksituatie en algemeen welbevinden.