"Ik kan alles eten, behalve friet!"

Wat begon als een irriterend puntje onder de tong, eindigde met de diagnose mondbodemkanker. Daarmee was zijn reis door de medische molen pas halverwege. Het is het verhaal van Theo Kemps. Samen met de 63-jarige Bestenaar kijken we terug op deze heftige periode.

Voor het begin van zijn verhaal gaan we negentien jaar terug, naar maart 2002 om precies te zijn. Theo voelde een puntje nét onder de tong. Dat begon steeds meer te irriteren. Hij besloot toen om naar de huisarts te gaan. Die vertrouwde het daarna niet. De huisarts liet hem twee weken spoelen om te kijken of het om een ontsteking ging. Maar dat bleek niet zo te zijn. “Toen ben ik naar het Catharina Ziekenhuis geweest en daar zagen de artsen al meteen dat het fout was”, vertelt Theo. “In Eindhoven konden ze weinig voor mij betekenen. Ik ben vervolgens naar Tilburg gegaan en toen begon de medische molen te draaien.”

‘Nooit ziek geweest’

Drie maanden later, in mei, werd Theo geopereerd. Via zijn kaak is de kwaadaardige tumor in de mondbodem verwijderd. Die zat behoorlijk diep. Hierdoor moesten zijn ondertanden én een stukje van zijn tong verwijderd worden. Een zware ingreep, zo ervaarde Theo. “Je zag natuurlijk wel iets aan mijn gezicht na de operatie., maar daar had ik zelf niet veel last van”, zegt hij. “Het is eenmaal zo en je zult toch verder moeten.”

En Theo ging ook verder. Zo had hij zijn werkzaamheden in september alweer opgepakt en zijn situatie liet dat ook toe. “Ik ben eigenlijk nog geen minuut ziek geweest”, is hij stellig. “Mensen zeiden wel eens: ‘Theo is aardig ziek geweest’. Ik zei dan altijd dat ik nog geen paracetamol nodig heb gehad.” Hij voegt daar nog aan toe dat hij eigenlijk vooral last heeft van het moeilijke praten. Zo kreeg Theo zijn leven weer terug en dat zou nog zeker vijftien jaar zo blijven. Totdat in 2017 het noodlot opnieuw toesloeg.

Tumor op de tong

 "Er bleek een gaatje in mijn trommelvlies te zitten. Dat moest uitgespoten worden", vertelt hij. De rechterkant kon de huisarts uitspuiten, maar voor de linkerkant moest Theo, vanwege het gaatje, naar het Catharina Ziekenhuis. Ook daar liep alles goed. Tot hij na een maand het gevoel had dat er opnieuw iets in zijn oor zat. Weer naar de huisarts dus, die uiteindelijk een kwaadaardige tumor op zijn tong vond. "Via een slangetje ging hij door mijn neus naar binnen. Toen merkte hij op dat er achter op mijn tong iets zat dat er niet thuishoorde."

Geen goed nieuws dus voor Theo. Hij werd doorgestuurd naar het Maastricht UMC+. "Het spijt me, maar we kunnen niets voor u doen." Dat zei de arts toen tegen Theo. "Daar stelde de specialist vast dat er niks aan te doen was, omdat tijdens een operatie ook het goede deel van de tong weggehaald moest worden", herinnert hij zich. "Dat zou weinig kwaliteit van leven geven." Bestraling bood ook geen uitkomst, omdat Theo niet twee keer op dezelfde plek bestraald mocht worden. Voor hem was dat bericht natuurlijk moeilijk om te horen.

Terug naar het ETZ

Voor Theo voelde het als een uitzichtloze boodschap. In plaats van het te accepteren, besloot hij om de hoop niet op te geven. "Ik belde naar MKA-chirurg Jan Scheerlinck, mijn specialist in het ETZ. Hij nodigde mij de volgende dag uit voor een gesprek en vroeg waarom ik niet eerder naar hem was gekomen." Voor zover Theo wist kon hij naar twee steden voor een behandeling: Maastricht of Nijmegen. Scheerlinck zei toen dat ze hem in Tilburg zouden helpen

Dat gebeurde ook. Theo kreeg opnieuw bestralingen en dit keer ook chemotherapie. Dat verliep uiteindelijk goed. De intensieve behandelingen laten wel een blijvend litteken achter bij hem, zowel fysiek als mentaal. "Door al die bestralingen was heel mijn bot kapotgemaakt. Daar heb ik wel een tijdje last van gehad”, vertelt Theo. “Ik heb daar foto’s van gezien en het was een puinhoop.” Uiteindelijk moest er een bottransplantatie plaatsvinden. Uit zijn been is toen bot en weefsel weggehaald. Dat is daarna teruggeplaatst in zijn mond.

Friet

Inmiddels gaat het weer beter met Theo. “Het ziet er allemaal heel goed uit.” Theo is klaar met de behandelingen, maar moet nog wel op controle komen in het ETZ. Daaraan merkt hij natuurlijk nog wel dat hij nog niet helemaal beter is. Ook tijdens het eten wordt hij eraan herinnerd. “Door de operatie en alle bestralingen heb ik minder beweging in mijn mond. Bijten gaat dus eigenlijk niet.” 

Laat dat nou net een groot probleem zijn voor Theo. Iedere zondagmiddag keek hij namelijk naar een voetbalwedstrijd onder het genot van een portie friet. Dat kan nu helaas niet meer. “Ik eet alles behalve friet, dat is het enige dat niet meer gaat”, vertelt hij. “Ik ging iedere zondag naar voetbalclub Best Vooruit en naderhand aten we altijd dan friet.” Nu heeft hij daar wel vrede mee.