'Je druk maken kan altijd nog'

In 2011 begon voor Henny van Hout een turbulente periode. Die begon met een verkeersongeval met een langdurige revalidatie als gevolg, en mondde uit in een hersentumor. Ze schreef een boek, waarin ze vertelt wat haar motiveerde om door te gaan en hoe ze met de ziektes omging. In het boek schrijft ze ook over haar ervaringen in het ETZ.

Het onheil begon in 2011 met een verkeersongeval. Een bus die op het laatste moment van richting veranderde, raakte haar en haar fiets. Ze kneusde haar voet ernstig en brak haar teen. In de jaren die volgden, vocht Henny tegen een melanoom in haar arm en vervolgens tegen darm-, baarmoeder- en eierstokkanker. “En dan krijg je ook nog even te horen dat je een hersentumor hebt.” 

Maar ze is er nog steeds, springlevend en genietend van het leven. Om andere kankerpatiënten een hart onder de riem te steken, schreef ze haar ervaringen op in een boek getiteld: 'Hoe komt het dat ik nog steeds rondloop? Ik had ook dood kunnen zijn'.

Behandeling in het ETZ

Door haar verwondingen en ziektes heeft Henny verschillende ziekenhuizen bezocht. Voor haar hersentumor werd ze in het ETZ geopereerd. “Ik had een intake in het ETZ en werd daar geopereerd. De arts was heel aardig en gaf duidelijke uitleg. Ook kreeg ik bij de intake een boekje mee, waarin precies stond wat ze elke dag met me gingen doen. Het was heel prettig om precies te weten wat me te wachten stond.” 

Emotionele achtbaan

De periode rondom haar hersenoperatie was erg emotioneel. “Tot die tijd deed ik heel stoer, ik heb geen traan gelaten. Maar die hersentumor was de druppel. Ik heb veel gehuild toen. Ik heb het als heel prettig ervaren dat de ziekenhuismedewerkers de tijd voor me namen. Dan kwamen ze op de rand van het bed zitten om te vragen hoe het ging. ‘Je kunt je verhaal bij ons kwijt’, zeiden ze dan.”

Wat Henny wel vreemd vond, was de vraag die de arts stelde na de operatie: om te testen of haar hersenen nog werkten kreeg ze een rekensom! “Maar tegenwoordig gebruikt iedereen een rekenmachine. Als je niet kunt rekenen, wil dat toch niet zeggen dat je hersenen niet werken?” Verder vond Henny het niet prettig dat de dag voor de operatie werd gevraagd of ze gereanimeerd wilde worden. “Konden ze dat niet bij de intake vragen, in plaats van tijdens de opname, als je zenuwachtig in je bed ligt?”​

Goed luisteren

De verpleegkundigen verdienen volgens Henny een pluim. “Mijn man kwam iedere dag op en neer vanuit Eindhoven en mocht eigenlijk alleen tijdens de bezoekuren komen. Ik was daar best emotioneel over, ik wilde hem graag bij me hebben. Uiteindelijk mocht hij de hele middag bij me blijven. Ik had dan ’s avonds geen bezoek meer, maar dan wilde ik toch rust. Het was zo fijn dat er naar me geluisterd werd.”

Vakantieliefhebber

Inmiddels gaat het goed met Henny. Ze hoeft alleen nog voor controles naar het ziekenhuis. “Ik vind het prettig om steeds te horen dat alles weer goed is. Ik zie er echt niet tegenop. Mijn man gaat altijd mee en we denken maar zo: ons druk maken kan altijd nog! We zijn allebei vakantieliefhebbers en sinds mijn ziekte genieten we nog meer van onze vakanties. We plukken de dag en wisselen controles in het ziekenhuis af met vakanties.” 

Henny’s boek kun je kopen via Lecturium en Bol.com