Videoconsulten: tijdelijk of een blijvertje?

5 augustus 2020

“Videoconsulten zijn een geweldige manier om ons gezamenlijke kraakbeen-spreekuur te doen! Patiënten met kraakbeen afwijkingen komen vaak van heinde en verre en we besparen op deze manier veel reistijd. Onze patiënten zijn net zo enthousiast als wijzelf. Dit is een blijvertje.” Dit schreef Jacob Caron, orthopeed uit het ETZ, op LinkedIn.

Is iedereen zo enthousiast? Is het videoconsult een blijvertje? “We willen zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers. Daarom hebben we zowel artsen als patiënten gevraagd naar wat zij vinden van videoconsulten,” vertelt Sophie Truijens, zorgadviseur bij het ETZ. Sophie is betrokken bij de versnelde uitrol van het videobellen in het ETZ. “Nadat we in maart versneld van start zijn gegaan met videobellen, hebben we in juli geëvalueerd. We wilden vooral de voor- en nadelen afwegen en zien waar nog kansen en belemmeringen liggen”.

Hoe het begon

Vlak na de uitbraak van het coronavirus werd het al snel duidelijk dat er een alternatief moest komen voor fysieke afspraken in het ziekenhuis. Een afspraak op de polikliniek was alleen bij uitzondering mogelijk. Het alternatief: een videoconsult, zodat zorgverlener en patiënt elkaar kunnen horen én zien. In korte tijd is hiervoor het videobellen uitgerold. Eerst werden webcams en computers gereed gemaakt. Daarna werden instructies voor patiënten opgesteld en kregen zorgverleners en poliplanners training. Hoe kon de uitrol zo snel gaan? Sophie Truijens noemt een paar succesfactoren. “Allereerst vond iedereen het belangrijk om poliklinische zorg te blijven leveren in de corona-crisis. De samenwerking met ICT, leverancier Microsoft , het zorgadviesbureau en de betrokken zorgcollega’s ging goed en snel”. Na drie maanden uitvoeren, leren en verbeteren was het tijd voor een evaluatie.

Evaluatie: feiten en cijfers

In de periode tussen april en juli zijn er ongeveer 1700 videoconsulten gehouden. De zorgeenheden Psychiatrie en Medische Psychologie spannen de kroon: zij hadden ruim 1100 digitale consulten. Het fysieke bezoek is niet altijd vervangbaar. Toch verwacht medisch psycholoog Martje van der Wielen dat het videoconsult een hoge vlucht gaat maken: “Het biedt echt meerwaarde en scheelt de cliënt en ons tijd. Maar je moet het wel gericht inzetten, bijvoorbeeld bij nazorg en meer steunende gesprekken.” In hoeverre een videoconsult geschikt kan zijn, verschilt per specialisme en afspraaktype, bevestigt ook orthopeed Jacob Caron.

Videobellen heeft een enorme vlucht genomen.
Videoconsulten hebben een grote vlucht genomen tijdens de coronacrisis.

In juli 2020 zijn er vragenlijsten uitgezet onder zorgverleners en ons grote patiënten panel. In totaal hebben 49 specialisten en 733 patiënten diverse vragen beantwoord over videoconsulten. Wat zijn voor- en nadelen, wat gaat goed, wat kan beter en kan het videoconsult een vast onderdeel worden van onze poliklinische zorg?

Zowel de zorgverleners als de patiënten noemen als belangrijkste voordelen dat het voor de patiënten reistijd en wachttijd scheelt. Het is voor hen minder belastend wanneer zij vanuit huis hun zorgverlener spreken. Daarnaast is het voor familieleden gemakkelijker om bij de afspraak mee te luisteren. Het videoconsult wordt door zowel zorgverleners als patiënten als persoonlijker ervaren dan een telefonisch consult.Een fysiek bezoek aan de zorgverlener is wel het meest persoonlijk. Andere veelgenoemde nadelen van videoconsulten: niet iedere patiënt is even digitaal vaardig, de kwaliteit van de verbinding is niet altijd goed en een deel van de non-verbale communicatie wordt gemist.

“Wat betreft de techniek en het planningsproces zijn er zeker nog verbeteringen mogelijk”, geeft Sophie Truijens aan. “Bij voldoende interesse om met videoconsulten door te gaan hebben we samen met ICT een lijstje met optimalisatieverzoeken. Hiermee kan het proces rondom videoconsulten zeker nog beter”.

De resultaten van de evaluatie laten zien dat die interesse er wel degelijk is. Van de 733 reacties vanuit het patiëntpanel geeft 79% aan wel of misschien open te staan voor een videoconsult.  21% geeft aan niet open te staan voor een videoconsult. Van de zorgverleners wil 41% de videoconsulten gaan of blijven inzetten en 43% denkt erover na om dat te gaan doen. Bijvoorbeeld bij een medicatiecontrole of intakegesprek waarbij geen lichamelijk onderzoek nodig is kan een videoconsult geschikt zijn. In sommige gevallen kan het beoordelen van een wond of lichaamsdeel zelfs prima digitaal.

Patiënt aan het woord

Eefje de Theije was eerst in een ander ziekenhuis onder behandeling. Ze stapte over naar het ETZ en had haar intakegesprek met orthopeed Jacob Caron via een videoconsult. “Vooral voor een intakegesprek vind ik een videoconsult erg geschikt,” vertelt Eefje. “Bij een intake worden vooral veel vragen gesteld om de persoonlijke situatie in kaart te brengen. Dat kan prima digitaal. Voor mij was het helemaal handig, want het consult kon tussen mijn werkzaamheden door. Anders had ik voor een hele ochtend vervanging moeten regelen. Mijn 2e consult was in het ziekenhuis, omdat daar ook lichamelijk onderzoek voor nodig was. Maar wat mij betreft wordt de intake standaard digitaal gedaan.”

De toekomst

Uit de evaluatie blijkt dat veel zorgverleners en patiënten openstaan voor het gebruik van videoconsulten. Wel is er behoefte aan optimalisatie van het proces om het als duurzame oplossing te blijven gebruiken. “Hoewel het verschilt per specialisme en afspraaktype in hoeverre een videoconsult een geschikt alternatief kan zien, zijn de eerste reacties positief genoeg om het videoconsult in ons aanbod te houden en verder te verbeteren”, aldus Sophie Truijens.

Samen met de Universiteit van Tilburg en betrokkenheid van onder andere neuroloog Guus Schoonman en kinderarts Jan-Erik Bunt willen we nog verder onderzoek doen naar de ervaringen van patiënten en zorgverleners met digitale consulten en andere vormen van digitale hulpmiddelen in de zorg.