Anesthesiologie

Lichamelijk onderzoek tijdens preoperatieve screening

Tijdens de preoperatie screening doet de anesthesioloog lichamelijk onderzoek. Bij het lichamelijk onderzoek worden een aantal parameters onderzocht. De anesthesioloog luistert naar hart en longen en meet uw bloeddruk. Uw lengte en gewicht worden genoteerd.

Daarnaast vraagt de anesthesioloog om in uw mond te kijken en er is een inspectie van de nek. Er wordt hiermee een inschatting gemaakt van uw ademweg, zodat de anesthesioloog op de dag van de operatie goed kan inschatten op welke manier hij u kan beademen. Ook wordt er gelet op de gebitstoestand en eventuele afwijkingen worden goed genoteerd.

Wanneer een ruggenprik een optie is, zal hij mogelijk ook even naar de rug kijken.

Aanvullende onderzoeken

Aan de hand van gegevens uit het vraaggesprek en het lichamelijk onderzoek kan de anesthesioloog besluiten of er extra onderzoek nodig is. Het kan nodig zijn om voor de operatie bloed af te nemen om uw nierfunctie of leverfunctie te bepalen. Dit omdat de functie van deze organen van invloed kan zijn op de middelen die de anesthesioloog tijdens de operatie gebruikt. Tevens wordt soms gekeken naar de functie van de schildklier.

Afhankelijk van de ingreep, uw voorgeschiedenis en uw leeftijd wordt er soms een hartfilmpje of een echo van het hart gemaakt. Bent u bekend met een longafwijking dan is het mogelijk dat een longfunctie of een slaaponderzoek wordt aangevraagd.

Deze gegevens worden later in uw dossier toegevoegd, zodat de anesthesioloog deze allemaal samen kan beoordelen. Als de anesthesioloog goedkeuring heeft gegeven, worden de gegevens in uw dossier gebruikt om voor u een anesthesiebeleid op maat te maken.

Anesthesie (verdoving)

U krijgt informatie over de mogelijkheden die de anesthesioloog heeft om u te verdoven. Afhankelijk van de ingreep, krijgt u informatie over de anesthesie zoals algehele narcose, maar eventueel ook over plaatselijke verdoving of een ruggenprik. Ook combinaties van deze methoden zijn soms mogelijk.