Geslaagde oefening opvang slachtoffers gevaarlijke stoffen

30 maart 2015

Zorgverleners van de afdeling SEH (Spoedeisende Hulp) oefenden onlangs samen met medewerkers van de RAV (Regionaal Ambulance Vervoer) de opvang van Lotusslachtoffers, die bij een gesimuleerd ongeluk in aanraking waren gekomen met gevaarlijke stoffen.

Bij deze rampenoefening zijn Lotusslachtoffers ingezet. Zij acteren alsof hen echt een ongeval of ziekte is overkomen. Tijdens de oefening in de ambulancehal op de locatie St. Elisabeth worden ze opgevangen in drie flexibele units, waar ze stapsgewijs ontdaan worden van de gevaarlijke stoffen. Dit om te voorkomen dat hulpverleners besmet raken. Daarom moeten de SEH- medewerkers onder meer beschermende kleding dragen. Om het hele ‘decontaminatie' -proces van zo vlot en veilig mogelijk te laten verlopen zijn praktische procedures nodig. Die worden tijdens de oefening getest.

Het eerste Lotusslachtoffer wordt in de rode unit opgevangen.

Eerste melding

8.20 uur: De SEH ontvangt de eerste melding van de oefening. Twee slachtoffers zijn in aantocht. Een heftruck met vaten chemische vloeistof is om 7.45 uur gekanteld. De vaten lekken. De chauffeur heeft een hoofdwond en pijn aan zijn arm, maar is stabiel. De stof is onbekend. Hulpverleners droegen beschermende kleding. Over de toestand van het tweede slachtoffer, een vrouw, is niets bekend. Om 8.30 uur wordt het eerste slachtoffer verwacht.

In de startblokken

8.21 uur: De reguliere zorg wordt opgeschaald, want voor ieder slachtoffer zijn drie tot vier SEH- medewerkers nodig. De afdeling Intensive Care wordt geïnformeerd om stand-by te zijn. Op de SEH wordt direct een opvangteam geformeerd. Snel komen een arts en zes verpleegkundigen bijeen in de koffiekamer. Daar krijgen ze een briefing van de arts en worden takenkaarten uitgedeeld. Samen met de oudste van dienst neemt de arts de leiding en communiceert met alle betrokken disciplines.

De verpleegkundigen gaan naar de ambulancehal en helpen elkaar bij het aantrekken van de pakken en gezichtsbeschermende kappen. Ze controleren of alles goed is afgeplakt en of de luchttoevoer in de pakken werkt. Dan trekken ze in de hal gekleurde gordijnen uit kasten en creëren binnen enkele minuten drie functionele units. Rood voor de eerste opvang en het ontkleden van de patiënt, oranje voor het afspoelen, groen voor het veilig verder door mogen naar de SEH-afdeling. Het team is startklaar om patiënten te ontvangen.

Actie

8.30 uur: De eerste ambulance rijdt de hal binnen. De chauffeur - met een beschermend short zonder gezichtsbescherming - draagt de patiëntgegevens over aan de teamleiders en geeft de naam van de chemische stof door. Het uitladen van de patiënt wordt overgelaten aan de volledig beschermde verpleegkundigen uit de eerste, rode unit waar de besmette Lotuspatiënt wordt uitgekleed.

De tweede patiënt is binnen, ze is benauwd.

Overleg

8.39 uur: De arts heeft contact met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Ze weet nu dat de patiënten met veel water moeten worden gespoeld om de giftige damp neer te laten slaan. Dit communiceert ze zowel met de rode als de oranje unit, waar het slachtoffer vervolgens naar wordt doorgeschoven. De brancard wordt daar ook afgespoten. Het slachtoffer wordt doorgesluisd naar de groene, schone unit van waaruit hij naar de SEH gaat. De brandcard wordt teruggeschoven in de ambulance. Klaar voor vertrek, om ergens anders uitgebreid te worden ontsmet.

Tweede slachtoffer

8.49: Er komt een melding binnen dat het tweede slachtoffer benauwd is. De afdeling wordt gebeld voor een extra zuurstoftank.

8.55 uur: Het tweede slachtoffer arriveert. Zij is benauwd. De ambulanceverpleegkundige draagt een masker en een beschermend pak. Na de overdracht aan de teamleiders haalt hij de patiënt uit de ambulance en schuift haar in de eerste unit. Daar krijgt ze alvast zuurstof, terwijl ze wordt uitgekleed. Dan gaat zij gaat door naar de volgende units.

Afschalen

9.00 uur: Het sein om af te schalen wordt gegeven. Er worden niet meer slachtoffers verwacht.

9.15 uur: De verpleegkundigen uit de rode unit en de ambulanceverpleegkundige worden door de collega's in het oranje deel afgespoeld, voordat ze hun pakken mogen uittrekken in de groene unit. De pakken worden direct in afvalzakken gedumpt.

9.20 uur: De vloer van de oranje unit wordt droog gemaakt. Dan kunnen de zorgverleners uit het oranje deel hun afgespoelde pakken uitdoen. Via de groene unit kunnen ze allemaal weer de reguliere werkzaamheden oppakken op de SEH of de ambulance. De ambulance verlaat de hal.

Evaluatie

9.30 uur: Alle zorgverleners van de SEH en RAV, de Lotusslachtoffers en de beoordelaars verzamelen zich in de koffiekamer van de SEH. Ze zijn opgetogen over het verloop van de oefening. Onder leiding van Karlijn de Jongh en Patricia van Roessel wordt het hele traject geëvalueerd.

Bij de oefening gaat het om samenwerking binnen het team en met de RAV. Voor de RAV ligt het accent vooral op het uittesten van de persoonlijke beschermingsmaatregelen en het ervaren van de leiding.

Er worden drie verbeterpunten vastgesteld, waarvoor direct ter plekke enkele suggesties worden aangedragen. De verstaanbaarheid is door de hoofdkappen en gordijnen als lastig ervaren. Er moet hard geroepen worden. Oogcontact of een kaart met geschreven tekst blijkt belangrijk. Gordijnen moeten goed worden gesloten om lekkage buiten de unit te voorkomen. Dit is belangrijk voor de eigen veiligheid. Doordat de ambulances niet zo ver de hal in rijden, gaan de grote deuren niet dicht. Daardoor hebben slachtoffers het sneller koud.

Conclusie

10.00 uur: De geslaagde oefening wordt door alle deelnemers als heel zinvol ervaren. De samenwerking tussen de SEH en de RAV is verder versterkt.