Tumoren in de dikke darm worden meestal opgespoord met een kijkonderzoek van de dikke darm: een coloscopie. Wanneer de endoscopist een tumor in de dikke darm ontdekt, vindt daarna aanvullend onderzoek plaats.
Coloscopie
Heb je klachten die passen bij dikke darmkanker of vraagt de test uit het bevolkingsonderzoek om verder onderzoek? Dan krijg je een afspraak in het ziekenhuis voor een kijkonderzoek van de dikke darm. Voor dit onderzoek drink je laxeerdrank om de dikke darm helemaal ‘leeg’ te maken.
Vooraf krijg je een digitale module en/of folder. Zo ben je goed voorbereid op het onderzoek. De endoscopist kijkt met een flexibele slang met aan het einde een kijker en een lampje via de anus in de dikke darm en spoort eventuele afwijkingen op. (Kleine) poliepen worden vaak meteen tijdens het onderzoek weggehaald.
We willen natuurlijk niet dat het onderzoek ongemakkelijk of pijnlijk is voor je. Daarom krijg jij een roesje (sedatie) via een infuusnaaldje. Dit is een rustgevend middel waarvan je slaperig wordt en werkt als pijnstiller.
Als uit het onderzoek komt dat je dikke darmkanker hebt, dan krijg je daar snel meer informatie over. We doen dan verder onderzoek en bespreken daarna met jou het behandelplan.
Pathologie/weefselonderzoek
De endoscopist kan bij afwijkingen tijdens de coloscopie stukjes weefsel (een biopt) afnemen voor verder onderzoek. Onder een microscoop zien we dan of de darm ontstoken is of kankercellen bevat. Verder worden alle verwijderde poliepen opgestuurd naar de patholoog en microscopisch onderzocht.
Heel soms wordt in de poliep beginnende dikke darmkanker ontdekt. Vaak is de poliep verwijderen voldoende. Soms is het bij een kwaadaardige poliep nodig om extra onderzoek te doen en kan een aanvullende behandeling volgen.
Bloedonderzoek
Tijdens je behandeling krijg je een bloedonderzoek. Een van de dingen die we onderzoeken is de CEA-waarde. CEA betekent Carcino-embryonaal-antigeen. Dit is een tumormarker: een stof in het bloed die wijst op de aanwezigheid van kanker. CEA is niet specifiek voor dikke darmkanker. Ook bij andere soorten kanker kan de CEA-waarde verhoogd zijn.
Het komt ook voor dat er bij een normale CEA-waarde toch sprake is van (darm)kanker. Naast bloedonderzoek is er dus altijd ander onderzoek nodig om aan te tonen dat er sprake is van (darm)kanker of uitzaaiingen.
CT-scan
Om te weten of de dikke darmtumor in andere organen is doorgegroeid en of er uitzaaiingen naar de lymfeklieren of andere organen zijn, wordt een CT-scan gemaakt. Een CT-scan kan heel precieze röntgenfoto’s maken van de organen en weefsels.
Een CT-scan maakt foto’s van dwarsdoorsneden van het lichaam. Dat gebeurt met röntgenstralen. Om de beelden zo duidelijk mogelijk te krijgen, is vaak contrastvloeistof nodig. Deze wordt toegediend via een infuusnaaldje in een ader in de arm.
MRI-scan
Bij endeldarmkanker vindt ook een MRI-scan van de endeldarm plaats. Hiermee wordt de precieze plaats en grootte van de tumor bepaald en wordt eventuele aantasting van omliggende organen en lymfeklieren vastgesteld. Bij een MRI-onderzoek wordt gebruikgemaakt van een sterk magneetveld in combinatie met radiogolven.
Is dikke darmkanker vastgesteld? Dan worden de uitslagen van de onderzoeken besproken in een multidisciplinaire oncologiebespreking. Bij dit overleg zijn onder andere de maag-darm-leverarts, chirurg, oncoloog, radiotherapeut (bestralingsarts), radioloog, patholoog, nucleair geneeskundige, physician assistants en verpleegkundig specialisten aanwezig.
Na dit overleg bespreken we op de polikliniek MDL (Maag- Darm- en Leverziekten) samen met jou het behandelplan.
