Laatste update 02 mei 2024
De behandeling
Je druppelt jouw kind meerdere keren per week één druppel op de afgesproken dag in het goede oog.
Welke dagen gedruppeld moet worden, spreekt de orthoptist met je af.
Na de behandeling
Als de druppels goed ingewerkt zijn, is de pupil groot. Je kind kan hierdoor last hebben van licht en wazig zien. Een zonnebril en/of petje kan een oplossing zijn.
Als de orthoptist aangeeft dat met de Atropine® oogdruppels gestopt mag worden, verdwijnt de wijde pupil en dus de overgevoeligheid voor licht langzaam en het wazig zien. Dat kan nog wel twee weken aanhouden.
Het is belangrijk om door te gaan met het druppelschema dat de orthoptist afgesproken heeft, ook als jouw kind een controleafspraak heeft. Zo kan de orthoptist bepalen of de druppel effect heeft gehad en of doorgegaan moet worden met deze manier van behandelen.
Meestal wordt deze behandeling slechts kort gegeven. Het kan alleen in de winterperiode en vaak kan na verloop van tijd weer overgegaan worden op de reguliere behandeling met oogpleisters.
Nazorg
Als bijwerkingen optreden, neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde of bij ernstige bijwerkingen met de huisarts.
Complicaties
Het flesje Atropine® oogdruppels altijd buiten het bereik van kinderen houden. De druppels zijn bij inname via de mond ZEER giftig! Gebeurt dat toch, neem dan direct contact op met de huisarts.
Als uw kind een hartafwijking heeft, druppel dan niet en neem contact op met de polikliniek Oogheelkunde.
Overgevoeligheid voor de druppels treedt zelden op. Als een kind toch overgevoelig is voor de druppels, dan kunnen de volgende reacties optreden: koorts, sufheid, braken, rode uitslag in het gezicht of op de armen, diarree en een droge mond (veel willen drinken). Als een van deze symptomen optreedt, stop dan met druppelen en neem contact op met de huisarts.
Waar vindt de behandeling plaats?
De druppels geef je zelf thuis.