Orthognathische chirurgie

Orthognathische chirurgie is een verzamelnaam voor het vakgebied dat zich bezighoudt met de diagnostiek en behandeling van afwijkingen aan het gezicht en de tand- en/of kaakstand. De behandelplannen worden vaak samen met de orthodontist gemaakt. Na een tijdje beugelen (gemiddeld één jaar) volgt meestal een operatie, waarna de orthodontist verder gaat met de beugelbehandeling (gemiddeld nog zo’n zes maanden). De totale behandeling is erop gericht de vorm en stand van de boven- en onderkaak,  jukbeenderen  en kin te verbeteren. Hieronder lees je meer over een aantal veelvoorkomende behandelingen.

Meer informatie

Meer informatie over het specialisme Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie.

Boven- en/of onderkaak verbreden

Bij sommige patiënten is sprake van een uitgesproken smalle bovenkaak of onderkaak. In eerste instantie probeert de orthodontist dat te verhelpen door een boog over het gehemelte aan te brengen. Zo wordt tijdens de groei nog verbreding gestimuleerd van de bovenkaak. In de onderkaak is dat lastiger. Maar als onvoldoende verbreding heeft plaatsgevonden of als de patiënt al uitgegroeid is, verwijst de orthodontist een patiënt naar de MKA-chirurg door voor chirurgische verbreding van de boven- of onderkaak. Bij deze ingreep onder narcose plaatst de MKA-chirurg een soort schroef op het gehemelte of een klein apparaatje voor de voortanden in de onderkaak, waarna de bovenkaak of onderkaak wordt losgemaakt vanuit de mond. Daarna wordt de bovenkaak of onderkaak tussen de voortanden van voor naar achteren gespleten. De boven- of onderkaak is nu mobiel en met het apparaatje in het gehemelte of voor de voortanden in de onderkaak open geschroefd worden. Hiermee wordt zo’n vijf dagen na de ingreep gestart en vindt poliklinisch plaats.

Er ontstaat hierbij dus een spleet tussen beide voortanden. Het opendraaien van de bovenkaak of onderkaak is slechts de eerste paar dagen wat gevoelig. Daarna went het snel en is het nagenoeg niet meer pijnlijk. De orthodontist bepaalt uiteindelijk hoeveel ruimte er moet komen. Gedurende het draaien (ongeveer met 1 milimeter per dag) word je regelmatig door de orthodontist en MKA-chirurg gezien. Zodra de gewenste spleet verkregen is, wordt het schroefje in het gehemelte of van het apparaatje voor de voortanden in de onderkaak vastgezet en hoeft er niet meer gedraaid te worden.

Na zes weken wordt het schroefje uit de bovenkaak of het apparaatje in de onderkaak poliklinisch met lokale verdoving verwijderd. De orthodontist plaatst ondertussen de blokjesbeugel en zorgt ervoor dat de tanden aan weerszijden van de gecreëerde spleet naar elkaar toe worden gebracht. Er ontstaat zo een verbrede boven- of onderkaak. Bekijk ook dit filmpje.

Botankers plaatsen

Botankers zijn titanium plaatjes die op de kaak in de mond kunnen worden vastgeschroefd. Dit kan poliklinisch met lokale verdoving of in narcose (dit doen we vaak als er meerdere botankers geplaatst moeten worden bij jonge kinderen). De behandeling is op jonge leeftijd vaak erop gericht om een te grote voorwaartse groei van de onderkaak te remmen. Dat is vaak het geval wanneer de ondertanden voor de boventanden in de mond staan. In die gevallen vraagt de orthodontist om vier botankers te plaatsen; twee in de bovenkaak zoveel mogelijk achter in de mond en twee in de onderkaak zoveel mogelijk voor in de mond. Hier zet de orthodontist kort na plaatsing weer elastieken tussen om zo de onderkaak te remmen in de groei. De resultaten met deze behandelmethode zijn erg goed, het lukt zo vaak om een operatie op latere leeftijd te voorkomen. Wel is het zo dat deze behandeling alleen een goed resultaat heeft wanneer de botankers en de elastieken geplaatst zijn voordat de groeispurt begint.

Tanden verplaatsen

Een andere reden om botankers te plaatsen, is het verplaatsen van (groepen) tanden. Als met een gewone beugel tanden moeten worden verplaatst, komen op de andere tanden ook krachten te staan (afhankelijk van de verplaatsing trek- of duwkrachten, ook wel reactiekrachten genoemd). Vaak verplaatsen deze tanden dan ook terwijl dat eigenlijk niet de bedoeling was. Met botankers kun je deze ongunstige krachten opvangen en kunnen kiezen of groepen tanden verplaatst worden zonder dat ongunstige krachten op de andere tanden of kiezen worden uitgeoefend. Deze indicatie voor het plaatsen van botankers kan op iedere leeftijd worden toegepast en vindt dus ook plaats in nauwe samenwerking met de behandelend orthodontist. De resultaten zijn zeer goed. 

De nadelen van botankers zijn dat een (kleine) operatie nodig is om de botankers te plaatsen. Verder is het zo dat een botanker van titanium is, een materiaal waar het lichaam goed tegen kan, maar waarbij altijd toch de kans bestaat dat een botanker loskomt. Als dat het geval is, plaatsen we vaak nog een keer een botanker. Als die dan ook loskomt, besluiten we vaak geen nieuw botanker meer te plaatsen.

ONDERKAAK VERPLAATSEN

Bij patiënten waarbij de onderkaak onderontwikkeld dan wel overontwikkeld is, is vaak sprake van een onder- of overbeet. Beide afwijkingen komen relatief vaak voor en leiden ertoe dat de tanden in de boven- en onderkaak niet goed op elkaar staan. Naast een afwijkende esthetiek, leidt dit veelal tot een ongunstige belasting van de tanden waardoor kaakgewrichtsproblemen kunnen ontstaan of moeilijkheden met kauwen.

Vanuit recente literatuur weten we dat een onderontwikkelde onderkaak een oorzaak kan zijn van het obstructief slaap apneu syndroom (OSAS). Dan is er een overmatige slaperigheid overdag doordat ernstige slaapproblemen ontstaan door het afsluiten van de luchtweg tijdens de slaap (een diagnose vaak gesteld bij ernstig snurkgedrag).

Ook de tanden zelf komen door de ongunstige belasting vaak in de problemen. Tanden slijten vaak sneller af en het weefsel rondom tanden gaat sneller verloren waardoor de tanden zelf uiteindelijk los kunnen komen staan. Patiënten komen veelal op verwijzing van een orthodontist (in geval van OSAS kan ook de KNO-arts de patiënt verwijzen) hiervoor bij de MKA-chirurg terecht. Dit filmpje laat de behandeling zien. 

BOVENKAAK VERPLAATSEN

Bij patiënten kan ook de onderkaak worden verplaatst. De bovenkaak kan operatief los worden gemaakt en in een nieuwe stand worden vastgezet. Indicaties hiervoor zijn een onderontwikkelde bovenkaak of een open beet in de tanden (wanneer de kiezen op elkaar staan, de voortanden elkaar niet raken).

Een bovenkaak kan gedraaid worden, naar voren worden verplaatst en zelfs naar boven of beneden worden verplaatst. De operatie verloopt ongeveer volgens hetzelfde traject als de onderkaak. Maar, door de bovenkaak verloopt geen zenuw zoals in de onderkaak, waardoor de kans op uitval van het gevoel van de bovenlip nauwelijks voorkomt. Gezien de impact van deze behandeling zien we alle patiënten die voor deze behandeling worden verwezen eerst voor een oriënterend gesprek op onze polikliniek.

ERVARING

Het ETZ heeft veel ervaring met het verplaatsen van boven- en onderkaken bij patiënten. Het ziekenhuis behandelt gemiddeld tweehonderd patiënten per jaar en zijn daarmee verantwoordelijk voor zo’n 15 procent van alle orthognathische operaties in Nederland.

Kin verplaatsen

Sommige patiënten hebben zo’n extreme terug liggende onderkaak, dat wanneer de onderkaak met een operatie naar voren wordt verplaatst de kin alsnog te ver naar achteren ligt. De MKA-chirurgen proberen dat vooraf zo goed mogelijk in te schatten bij de voorbereiding van de ingreep. In deze gevallen waarbij de kin nog steeds te ver naar achter ligt na het naar voren brengen van de onderkaak, wordt vaak ervoor gekozen om gelijktijdig met de operatie aan de onderkaak de kin te opereren en deze gelijktijdig mee naar voren te plaatsen.

De meeste zorgverzekeraars vergoeden de kinoperatie. In andere gevallen met een esthetische wens om de kin te corrigeren, bestaat de kans dat zorgverzekeraar dat niet vergoedt en dat je zelf de kosten voor de operatie moet dragen.

Bij de operatie wordt via een incisie aan de binnenzijde van de mond de kin losgemaakt en in een nieuwe positie gefixeerd met plaatjes en schroeven. Een kin kan naar voren of achteren worden geplaatst of verhoogd of verlaagd worden. Deze operatie heeft een korte operatieduur en weinig complicaties. Er is een klein risico op (tijdelijke) uitval van de onderkaakzenuw. De ingreep vindt vaak in dagbehandeling plaats. 

Andere technieken zoals het inbrengen van implantaten op de kin voeren wij in het ETZ niet uitgevoerd gezien de hogere kans op mislukking. In de literatuur die bekend is over deze ingreep wordt ook geadviseerd botverplaatsingen na te streven, zo min mogelijk lichaamsvreemd materiaal in te brengen en eerst onderliggende afwijkingen zoals een onderontwikkelde onderkaak uit te sluiten om een zo optimaal mogelijk esthetisch behandelresultaat te krijgen.

Beide jukbeenderen verplaatsen

De jukbeenderen maken deel uit van het middengezicht en bepalen vooral de breedte van het gezicht. Bij sommige patiënten zijn de jukbeenderen (vaak in combinatie met een onderontwikkeling van de bovenkaak) onderontwikkeld, wat leidt tot een vlak middengezicht.

Met een operatie via de mond worden de jukbeenderen deels losgemaakt en in een nieuwe positie gefixeerd met titanium plaatjes en schroefjes. Tenzij om esthetische redenen, vindt deze ingreep veelal gecombineerd met een operatie aan de onderkaak, bovenkaak of kin plaats. De MKA-chirurgen van het ETZ kunnen je meer hierover vertellen.

Combinatieverandering

DE MKA-chirurgen beoordelen bij consulten niet alleen de onder- of bovenkaak, maar proberen een goed behandelplan te maken voor het gehele gezicht. Dat houdt vaak in dat zo een stabieler en esthetisch fraaier behandelresultaat verkregen wordt door bijvoorbeeld in één operatie zowel de boven- als de onderkaak als de kin te opereren. Dit filmpje geeft de behandeling weer.