Neuscorrectie

Bij een in- en uitwendige neuscorrectie wordt niet alleen de binnenkant, maar ook de buitenkant van de neus behandeld. Soms heeft een probleem in de neuspassage (doorgankelijkheid van de neus) direct te maken met de uiterlijke vorm van de neus, maar er zijn ook cosmetische redenen om te opereren, bijvoorbeeld bij scheefstand van de uitwendige neus, een zadelneus of een haakneus.      

Klachten

Een scheef neustussenschot kan zorgen voor veel klachten:
  • een gevoel van verstopping
  • een verstoorde ademhaling
  • hoofdpijn
Een in- en uitwendige neuscorrectie kan deze klachten verhelpen en de neus esthetisch verfraaien.
 

Voorbereiding

Tijdens je bezoek aan de polikliniek KNO onderzoekt jouw keel-, neus-, en oorarts (KNO-arts) het uitwendige en inwendige van de neus. Ook vraagt hij je of je een allergie of bijholteproblemen hebt. Soms is de neusfunctie niet alleen gestoord door een afwijkend tussenschot, maar ook door een abnormale vorm van de buitenkant van de neus. Een afwijkende vorm heeft dan ook invloed op het uiterlijk. Vaak is mogelijk om in één operatie niet alleen de functie te herstellen, maar ook het uiterlijk te verbeteren. Vanwege het esthetische aspect moet voor een in- en uitwendige neuscorrectie eerst toestemming gevraagd worden aan de zorgverzekering.

Operatie

Bij een neusoperatie word je in algehele narcose geopereerd. De anesthesioloog brengt je in slaap. Je wordt pas wakker wanneer de operatie achter de rug is. Een in- en uitwendige neuscorrectie kan op twee manieren gebeuren:
  • inwendig, waarbij geen littekens aan de buitenkant zichtbaar zijn
  • uitwendig, waarbij een klein v-vormig litteken gemaakt wordt aan de onderkant van de neus.
Na de ingreep heb je een plastic kapje op en neustampons in de neus. Ook kan er wat zwelling rond de ogen zijn ontstaan. Meestal valt dit mee.