Triggerfinger

Een triggerfinger of haperende vinger is een vinger of duim die tijdens het buigen vast gaat zitten. Door een ontstekingsreactie van de buigpees van een van de vingers en soms ook van de peesschede (de huls waar de pees doorheen glijdt), ontstaat een verdikking van de pees. Daardoor glijdt de pees niet meer mooi door de peesschede. Dit ontstaat ter hoogte van het gewricht van de vinger of duim naar de handpalm, aan de binnenzijde van de hand. Het is een onschuldige, maar lastige en voor jou erg vervelende afwijking.

Oorzaken

De oorzaak van een triggerfinger is meestal niet duidelijk. Soms is de vinger overbelast.

Klachten

Bij een triggerfinger heb je vaak pijn of irritatie tijdens het buigen van de vinger, vooral bij het vastgrijpen. Doordat de pees verdikt is, verergert de pijn en ontstaat op een gegeven moment de situatie dat de vinger niet meer op eigen kracht kan worden gestrekt. Je voelt dan bij het strekken een ‘knapje’ en soms pijn.

Behandeling

Als de hapering niet al te ernstig is, kan de ontsteking tot rust worden gebracht met een injectie in de peesschede. De vloeistof die wordt ingespoten, is een cortisonpreparaat. Cortison brengt ontstekingen tot rust. Het resultaat van de behandeling aan de triggerfinger is niet altijd blijvend en de klachten kunnen weer terugkeren.

Je behandelend arts kan ook een kleine operatie voorstellen. Deze operatie vindt plaats op de polikliniek Plastische Chirurgie en duurt ongeveer tien minuten. Je ligt op een behandeltafel met jouw hand op een tafeltje. De hand wordt gedesinfecteerd. Daarna wordt je vinger plaatselijk verdoofd. Met behulp van het opblazen van een stevige manchet (bloeddrukmeter voorzien van een band) op jouw bovenarm, wordt de arm bloedleeg gemaakt. De manchet blijft gedurende de gehele operatie zitten.

Via een klein sneetje snijdt de chirurg de peesschede in de lengterichting open. Hierdoor ontstaat weer ruimte voor de verdikte pees. De huid wordt met hechtingen gesloten. De verpleegkundige legt daarna een drukverband aan. De manchet om jouw arm wordt losgemaakt. Het is mogelijk dat je daarna even een tintelend gevoel in jouw arm hebt.

Nazorg

Over het algemeen heb je na de operatie weinig pijn. De vinger functioneert weer normaal. Je kunt direct met de vinger oefenen. In het begin kan dit wat gevoelig zijn. De arts schrijft meestal handtherapie voor. Je kunt zelf de volgende dag het drukverband verwijderen.

Ook na de operatie kun je rekenen op buitengewone zorg. Na twee weken worden de hechtingen verwijderd. Dit gebeurt tijdens een controlebezoek op de polikliniek Plastische Chirurgie of bij de huisarts. Je moet er rekening mee houden dat het zeker zes weken duurt voordat stevig vastgrijpen geen last meer geeft. Het litteken heeft drie maanden nodig om soepel te worden.

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij een operatie aan de triggerfinger de normale risico’s op complicaties van een operatie. In een zeldzaam geval kan een infectie optreden. Als de pijn na de tweede dag meer toe- dan afneemt, is het verstandig om contact op te nemen met jouw specialist.

Heel soms voelt de vinger aan de binnenzijde wat prikkelend of doof aan. Een zenuwtakje werkt dan door de ingreep tijdelijk wat minder goed. Dit herstelt in de loop van enige weken.

Bij alle operaties of verwondingen aan een arm of been kan, hoewel zeldzaam, posttraumatische dystrofie ontstaan. Dit is een ziektebeeld waarvoor nog geen goede verklaring is. Het gaat gepaard met pijn, zwelling, stijfheid en vaak wisselende verkleuring van de huid. Het is niet mogelijk van tevoren vast te stellen of iemand dit probleem zal krijgen. Het is van groot belang dat met de behandeling van deze ernstige complicatie zo snel mogelijk wordt begonnen. Indien zich na de ingreep dit soort problemen voordoen, neem dan contact op met jouw huisarts of specialist.