Dubbelzien

Als scheelzien (strabismus) op latere leeftijd optreedt, is de kans op dubbelzien (diplopie) groot. Het visuele systeem is volledig ontwikkeld en de hersenen zijn niet meer in staat het beeld van het scheelstaande oog te onderdrukken (suppressie). Elk oog ontvangt een eigen beeld wat doorgezonden wordt naar de hersenen. Deze verschillende beelden zorgen voor dubbelzien.

Oorzaken

Dubbelzien kan verschillende oorzaken hebben:

  • langer bestaand scheelzien;
  • verlies van samenwerking tussen beide ogen;
  • letsel;
  • neurologische afwijking;
  • onderliggende systemische aandoening zoals suikerziekte, schildklierproblemen of een hoge bloeddruk;
  • oogbewegingsstoornis.

Klachten

Behalve het zien van twee beelden kan het zijn dat je onzeker bent in het bewegen, misgrijpen, misstappen of je afstanden verkeerd inschat.

Onderzoek

De orthoptist onderzoekt welke spier of welke groep spieren niet goed functioneert. Deze informatie is belangrijk voor eventueel verder onderzoek of verdere verwijzing

Behandeling

De orthoptist volgt het verloop van het dubbelzien. Soms kan afhankelijk van de oorzaak het dubbelzien spontaan verminderen en wellicht geheel weer verdwijnen. Er kunnen oefeningen of speciale brilcorrecties (Fresnel prisma) voorgeschreven worden. Naast eventueel andere specialistische hulp blijf je meestal onder controle van de orthoptist.

Folders

Meer informatie