Zelfstandigheid is sleutelwoord op afdeling Ergotherapie
Een patiënt zo zelfstandig mogelijk naar huis laten gaan, dat is het uitgangspunt op de afdeling Ergotherapie in het ETZ. Niet verwonderlijk dat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de patiënt bovenaan staan. “Dat lukt natuurlijk niet altijd, maar dan wordt er alsnog alles aan gedaan om de patiënt zo zelfstandig mogelijk te houden”, vertelt Megen Lemmers, ergotherapeut in het ETZ. Het kunnen uitvoeren van de dagelijkse handelingen is erg belangrijk voor ieder individu. Ergotherapeuten komen in het ziekenhuis bij patiënten die dat niet meer goed kunnen.
Neurologie/neurochirurgie
Voor de afdeling Ergotherapie zijn neurologie en neurochirurgie de afdelingen waar de ergotherapeuten het meest betrokken worden. Patiënten die kampen met de gevolgen van een beroerte/hersenbloeding of hersentumor zijn daar opgenomen. Zo was er een mevrouw die ergotherapie nodig had omdat ze, na het verwijderen van een hersentumor, haar linkerhand niet meer goed kon gebruiken. Met behulp van oefeningen hoopt ze meer functie terug te krijgen. “De beste oefening is de hand gedurende de dag normaal gebruiken. In het ziekenhuis geven wij dan nog losse, praktische oefeningen”, legt Megen uit. Bijvoorbeeld een voorwerp pakken van verschillende hoogtes en terugzetten.
Therapiekeuken
Naast die arm/hand-functie besteden de ergotherapeuten ook aandacht aan cognitie. “Het kan soms zijn dat een patiënt op cognitief gebied minder functioneert. Bijvoorbeeld dat iemand problemen heeft met plannen van zijn dagelijkse bezigheden of niet meer kan onthouden wat hij/zij heeft gedaan. Dan wordt ons gevraagd om die patiënt te beoordelen”, licht Megen toe. “Dat gebeurt door testen of een praktische observatie bijvoorbeeld in onze ergotherapiekeuken. Of we laten de patiënt een opdracht uitvoeren op de computer of een planningstaak. Soms kan er dan iets aan het licht komen, wat nog niet eerder bekend was. “Bijvoorbeeld als iemand in een gesprek alles prima kan vertellen en dus goed op ons overkomt, maar dat in de therapiekeuken blijkt dat koffiezetten niet eens lukt. Zo kunnen we observeren of er nog cognitieve problemen zijn waardoor iemand niet zelfstandig thuis kan functioneren. Of dat er nog extra therapie nodig is.
“Soms gaan patiënten na behandeling in het ETZ nog naar een revalidatieplek of er is nog therapie aan huis nodig, om de dagelijkse handelingen weer opnieuw te leren” legt Megen uit. Bijvoorbeeld wassen, koken, eten, aankleden en het oppakken van werk. De vrouw die herstellende is van de verwijderde hersentumor wil uiteindelijk alle praktische zaken weer zelf kunnen uitvoeren. Het liefste doet ze dat zonder thuiszorg, die soms simpelweg ingeschakeld moét worden. “Als patiënten naar huis kunnen maar nog wel therapie nodig hebben, krijgen ze een externe ergotherapeut aan huis”, aldus Megen. “Dat duurt vaak even en daarom is het belangrijk dat wij ze oefeningen kunnen meegeven voor thuis.”
Reality check
Dat is niet zomaar een advies, gezien het gegeven dat patiënten natuurlijk het allerliefste thuis zijn. Als je vaak met dit soort casussen te maken krijgt, kan dat op een gegeven ook voor een reality check zorgen. Zo ziet Megen op de afdeling Neurochirurgie vaak relatief jonge mensen. “Die zijn net wat ouder dan ik en hebben bijvoorbeeld een grote hersentumor, die niet meer behandeld kan worden. Dan ga je dat een beetje met jezelf of je familie vergelijken en dat is soms best lastig.”
Megen neemt lastige casussen daarentegen niet altijd mee naar huis. “Dan zou je hier ook niet lang kunnen werken. In het begin is alles heel interessant en indrukwekkend, maar hoe vaker ik dat zie, hoe makkelijker ik ermee omga.” Zelf zit ze op de afdeling Ergotherapie helemaal op haar plek. En waar kan ze nou echt van genieten in haar vak? “Als je iemand kan helpen om de zelfstandigheid, al is het maar een beetje, terug te krijgen, dan is dat erg mooi om te zien.”