Als je diabetes hebt is het voor jou - net als voor iedereen - belangrijk om gezond te eten volgens de Schijf van 5.

Wat is extra belangrijk om op te letten bij de verschillende typen diabetes?

Diabetes Type II

Diabetes type 2 ontstaat meestal doordat je lichaamscellen ongevoeliger worden voor insuline. Dit heet insulineresistentie. Door de insulineresistentie nemen je cellen minder bloedsuikers op. Zo stijgt je bloedsuiker steeds meer en moet je alvleesklier ook steeds harder werken. Op een gegeven moment kan de alvleesklier de vraag naar insuline niet meer aan. De alvleesklier raakt uitgeput en maakt minder insuline aan. Je hebt dan medicatie nodig om de bloedsuikers onder controle te krijgen.

Doelen Type II

Voedingsadviezen bij diabetes type 2 hebben verschillende doelen: het bereiken van gewichtsreductie als er sprake is van overgewicht of het behouden van een gezond gewicht, onder controle houden van de bloedsuiker en goed zorgen voor hart en bloedvaten. Dit verkleint de kans op complicaties. Verder is het belangrijk om voldoende te bewegen. 

Diabetes Type I

Bij diabetes type 1 injecteer je insuline via een spuit of draag je een insulinepomp waarmee je insuline kunt ‘bolussen’. Met een glucosemeter kun je zelf meten hoe het gaat met je bloedsuikers. Je stemt de hoeveelheid insuline af op de hoeveelheid koolhydraten (zetmeel en suikers) per eetmoment. Als u de insuline iedere dag in vaste hoeveelheden neemt, moet de koolhydraatinname ook iedere dag op vaste momenten hetzelfde zijn. Bij flexibele insulineschema’s is er meer ruimte om te variëren met de hoeveelheid koolhydraten per eetmoment.

Doelen Type I

Voedingsadviezen bij diabetes type 1 hebben verschillende doelen: het bereiken en behouden van een gezond gewicht, onder controle houden van de bloedsuikers en goed zorgen voor hart en bloedvaten. Dit verkleint de kans op complicaties. Verder is het belangrijk om voldoende te bewegen.

---