Je kunt voor een behandeling op de Gipskamer terecht in de volgende situaties:
- botbreuken
- gewrichten uit de kom
- het corrigeren van scheefgroei of scheefstand van ledematen
- letsels aan pezen, banden of spieren
- aangeboren afwijkingen
- artrose (gewrichtsslijtage)
- wonden
- behandeling bij amputaties
- gipsbehandelingen na operaties
Op de Gipskamer werken we volgens afspraak en na verwijzing door een medisch specialist. De secretaresse van de specialist maakt in overleg met jou een afspraak voor een behandeling op de Gipskamer, eventueel in combinatie met je afspraak met de specialist. De Gipskamer heeft voor de meeste behandelingen geen wachtlijst.
Voor behandelingen gebruiken de gipsmeesters allerlei materialen. Niet alleen het traditionele witte kalkgips, maar ook polyester- en glasvezelproducten, braces, tape en andere bandages worden veelvuldig gebruikt.
Een kunststofverband heeft al na een half uur zijn maximale sterkte. Bij een kalkgipsverband duurt dat 48 uur. In die tijd moet je erg voorzichtig zijn met het gips dat je net hebt gekregen. Leg je arm of been in het gips niet op harde randen, maar doe een kussentje ertussen.
Bij een gips- of kunststofverband om je arm mag je geen ringen dragen. Er kunnen zwellingen ontstaan en al bij lichte zwelling kunnen stoornissen optreden in de bloedsomloop. Wij adviseren nooit met pennen, (brei)naalden en dergelijke onder het gips te krabben als je jeuk hebt. Er kan makkelijk een wondje ontstaan, wat al snel een infectie tot gevolg heeft.
Het gips mag niet nat worden. Dit geldt zowel voor kalk- als kunststofgips. Hoewel kunststofgips waterbestendig is, neemt het verband dat eronder zit wel water op. Dat kan irritatie en huidcomplicaties geven. Soms is het mogelijk een zwemgips aan te leggen. Als behoefte hieraan is, overleg dan met de behandelend gipsverbandmeester. Gips kun je tijdens douchen beschermen door douchehoezen te gebruiken. Ook een plastic zak afgerold met huishoudfolie geeft een goede bescherming tegen water.
Neem direct telefonisch contact met ons op als:
- de pijn onder het gips sterk toeneemt
- een zwelling ontstaat waarbij het gips knelt
- er een doof of slapend gevoel in de vingers of tenen ontstaat
- tenen of vingers verkleuren
- wanneer je het niet vertrouwt
Zeker de eerste week is het belangrijk dat je je arm of been hoog houdt. We bedoelen hiermee dat je hand hoger ligt dan je elleboog. ’s Nachts kun je de mitella of sling afdoen en de arm het beste op een kussen leggen. Als je gips om je been hebt, bedoelen we dat je voet hoger ligt dan je knie en je knie hoger ligt dan je heup.
Als je in bed ligt, kun je één of twee kussens aan het voeteneinde onder de matras leggen, dan verschuift het niet als je slaapt. Als je in een stoel zit, leg dan een kussen op de zitting van een stoel tegenover je. Bij loopgips kun je het beste de schoen aan de gezonde voet wat (laten) verhogen.
Zolang je het gips- of kunststofverband draagt, voer je in overleg met de arts de volgende oefeningen uit:
- Bij armletsel: schouders en ellebogen bewegen, vingers geheel strekken en buigen en de armspieren aanspannen.
- Bij beenletsel: heup, knie en tenen bewegen en de beenspieren aanspannen, door het been op te tillen.
We verwijderen het gips met een schaar of een gipszaag. We raden je aan een stevige schoen mee te nemen als het (onder)beengips verwijderd wordt. Misschien mag je weer gaan lopen als het gips eraf is. Het is normaal dat gewrichten stijf aanvoelen na een gipsbehandeling. Het duurt een tijdje voordat ze weer soepel zijn. Ook moeten de spieren weer aansterken.