ETZ zet zich in voor lage medicatiekosten

Zowel vanuit het ministerie, de zorgverzekeraars en de ziekenhuizen is er veel aandacht voor het betaalbaar houden van de zorg. Daarbij spelen dure geneesmiddelen een belangrijke rol. Het behandelteam van het ETZ kijkt naar de goede werking en veiligheid van een medicijn. In wetenschappelijk onderzoek bij patiënten is in de behandeling met een biosimilar aangetoond dat dit even goed werkt en net zo veilig is. Je kunt er dus op vertrouwen dat de behandeling even veilig en goed blijft.

Ook houden we rekening met de kosten en die zijn voor een biosimilar vaak lager. Dit financiële voordeel is niet voor het ziekenhuis, maar zetten de zorgverzekeraars in voor om nieuwe (dure) geneesmiddelen te betalen en zo de zorg(-premie) betaalbaar te houden.

Door over te stappen naar een biosimilar draagt het ETZ - samen met de patiënt - bij aan het betaalbaar houden van de zorg. Met behoud van optimaal behandeleffect, nu en in de toekomst. Het ETZ heeft een actief beleid in het omzetten van medicatie waarbij dit mogelijk en verantwoord is. Het kan zijn dat dit ook bij jou gebeurt. Heb je vragen over het nieuwe medicijn, stel deze aan bij de behandelaar of  apotheek.

Hoe worden de kosten voor medicijnen bepaald?

De fabrikanten van nieuwe geneesmiddelen hebben de eerste jaren het alleenrecht om het medicijn te leveren. Dat betekent dat zij de prijs bepalen. De Nederlandse overheid en overige partijen die bij de inkoop van geneesmiddelen betrokken zijn, hebben dus weinig invloed op de prijzen. Vooral als het gaat om een geneesmiddel voor een ziekte waar geen alternatieve behandeling mogelijk is

Pas na het verlopen van het ‘patent’ mogen ook andere fabrikanten hetzelfde geneesmiddel maken en leveren. Dat gebeurt dan wel onder andere naam en andere verpakking dan je gewend bent, maar bevat wel dezelfde werkzame stof. Door de concurrentie die vervolgens ontstaat, daalt de prijs voor dat geneesmiddel sterk. De komst van deze “generieke” geneesmiddelen draagt sterk bij aan het betaalbaar houden van de zorg.

Wat zijn biosimilars?

Vroeger werden geneesmiddelen vooral op een chemische manier gemaakt. Tegenwoordig zijn er steeds meer geneesmiddelen die gebaseerd zijn op eiwitten van levende organismen. Bijvoorbeeld van bacteriën, schimmels of cellen van planten of dieren. Deze geneesmiddelen noemen we biologicals. Ze worden vooral gebruikt bij ontstekingsziektes zoals reuma, maar ook bij kanker.

Als van deze middelen het patent verloopt, mogen andere fabrikanten die ook maken en leveren. Omdat eiwitten complexe moleculen zijn, zitten er altijd al kleine verschillen in de door een fabrikant gemaakte partij. Deze verschillen hebben geen invloed op de werking en bijwerkingen van deze geneesmiddelen. Wanneer het patent op een biologisch geneesmiddel (Biological) vervalt, praten we over ‘biosimilars’.

Omdat biosimilar geneesmiddelen niet identiek zijn aan het originele middel, wordt elke biosimilar apart beoordeeld op alle veiligheidsaspecten waaraan medicatie moet voldoen voordat ze mogen worden voorgeschreven. Uit onderzoek, maar ook uit een steeds grotere ervaring van de laatste jaren, zien we dat de werkzaamheid en veiligheid van deze biosimilar geneesmiddelen gelijkwaardig is aan de originele producten. Het maakt voor de behandeling dus niet uit of je met het originele middel of met een biosimilar behandeld wordt. 

Omdat juist biologische geneesmiddelen bij hun introductie erg duur zijn, is het inzetten van biosimilars een belangrijke manier om te besparen op de kosten van geneesmiddelen. Zo kunnen we in de toekomst de dan weer nieuwe dure geneesmiddelen blijven inzetten.