Tongriemcorrectie

WAAROM EEN TONGRIEMCORRECTIE?

Het komt regelmatig voor dat bij pasgeborenen het tongriempje te kort is waardoor de borstvoeding niet goed lukt.
Het tongriempje zit dan niet halverwege onder de tong vast, maar zit dan vaak met de tongpunt aan de onderkaak vast. Hierdoor wordt de tong sterk in zijn beweeglijkheid beperkt.
Vaak stelt jouw verloskundige of lactatiekundige dit vast. Hij/zij verwijst je vervolgens door naar de polikliniek MKA-chirurgie voor correctie van het te korte tongbandje.
Ook op latere leeftijd kan een te kort tongriempje nog voorkomen. Het vormt dan vaak een probleem bij de spraak of belemmert patiënten in hun sociaal functioneren. Denk hierbij aan het feit dat zoenen vaak niet goed lukt.


BEHANDELING

Correcties vinden poliklinisch plaats. Omdat bij pasgeborenen het tongriempje nog niet of nauwelijks van bloedvaten en/of zenuwen is voorzien (het is dan echt nog maar een heel dun vliesje) vindt correctie zonder verdoving plaats. Hechten is niet noodzakelijk. De pasgeborene heeft ook nauwelijks hinder hiervan en slaapt na de ingreep eigenlijk altijd weer lekker verder. Vaak verloopt na correctie de borstvoeding veel beter.
Op oudere leeftijd is het tongriempje wel voorzien van bloedvaten en zenuwen waardoor er wel eerst lokale verdoving moet worden gegeven. De MKA-chirurg haalt het tongriempje weg en heelt de wond met oplosbaar hechtmateriaal hechten.
Over het algemeen hebben patiënten dan ook weinig hinder van deze ingreep. Wel is het zo dat het uitsteken van de tong dan nog niet gelijk lukt. Omdat de tong lange tijd weinig mobiel is geweest, duurt het enige tijd (enkele maanden) voordat de bewegen met de tong gemakkelijker wordt.

Meer informatie

Meer informatie over het specialisme Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie.