Scheelziensoperatie

Dit is een operatie om de oogstand, het scheelzien (strabismus), te corrigeren.

Behandeling 

De scheelziensoperatie gebeurt altijd onder algehele narcose. De oogspieren aan de buitenkant van de oogbol worden verplaatst of ingekort. Dat gebeurt met hechtingen die vanzelf oplossen. Het oog wordt niet uit de oogkas gehaald. De operatie kan aan één of twee ogen plaatsvinden.

Na de behandeling

Het geopereerde oog wordt niet afgeplakt. Het zicht is na de operatie wazig omdat er zalf in de ogen zit.
Het oogwit is rood en gezwollen. Dat heeft enkele dagen tot weken nodig om te herstellen. Direct na de operatie en vaak ook de volgende ochtend is het moeilijk om de ogen te openen. Maak de ogen gewoon schoon met een gaasje met lauwwarm water. De hechtingen geven het gevoel dat er een zandkorrel in het oog zit. Wrijf niet in het oog, Daardoor wordt dit gevoel alleen maar erger. Het kan zijn dat het oog na de operatie gedruppeld moet worden. Dan geeft de oogarts je een recept mee. 

Zwemmen in chloorwater wordt de eerste veertien dagen na de operatie afgeraden. Douchen en haren wassen mag wel, maar de ogen moeten hierbij zoveel mogelijk gesloten blijven. Het is van belang om de dag na de operatie de ogen naar alle kanten te bewegen om zoveel mogelijk littekenvorming te voorkomen.

Nazorg

Geef je kind de voorgeschreven pijnmedicatie vermeld op het informatieblad. Die krijg je mee als je naar huis gaat. Volwassenen mogen indien nodig paracetamol innemen zoals geadviseerd op het Chirurgisch Dagcentrum of volgens voorschrift van de bijsluiter. Je krijgt een afspraak bij de oogarts twee tot drie weken na de operatie. Na twee tot drie maanden controleert de orthoptist de oogstand.

Complicaties

Over het algemeen komen bij scheelziensoperaties maar weinig complicaties voor. Er bestaat een kans op over- en ondercorrecties, dit geeft soms klachten van dubbelzien. Dat komt doordat de scheelzienshoek zo is veranderd dat een dubbelbeeld door de hersenen niet onderdrukt kan worden. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf, een enkele keer moet nog een operatie plaatsvinden.

In minder dan 1 op de 10.000 gevallen ontstaat na de operatie een ontsteking in het oog of laat het netvlies los. Andere complicaties zijn: allergische reacties op de gebruikte hechtmaterialen,
hoornvliesproblemen en lichte infecties. Die zijn vervelend, maar met oogdruppels goed te behandelen. Als het resultaat na de operatie niet bevredigend is, kan later (indien mogelijk) nog een operatie plaatsvinden.

Waar vindt de behandeling plaats?

De operatie vindt plaats in het ETZ Elisabeth. Volwassenen melden zich op de dag van de operatie op het Chirurgisch Dagcentrum route 38 op de eerste verdieping. Kinderen melden bij het Kindercentrum op de eerste verdieping.

Folders