Schedelreconstructie

Bij patiënten die door een hersenbloeding of trauma zijn getroffen is het soms nodig om een deel van het bot van de schedel te verwijderen. Dat is om te voorkomen dat bij de hersenen een te hoge druk ontstaat. Dat doet de neurochirurg die de patiënt in deze spoedsituatie dan behandelt. Soms is het nodig om een stuk schedelbot te verwijderen vanwege tumoren van het hersenvlies; meningenomen.

Omdat deze tumoren ook het bot aantasten wordt vaak ervoor gekozen dit bot niet terug te plaatsen. Ook bij traumapatiënten waarbij een stuk bot verbrijzeld is, kan het eigen bot van de patiënt niet worden teruggeplaatst.

Als het verwijderde bot, dat overigens vaak daarna in een vriezer van de botbank bewaard blijft, nog goed is, kan ervoor gekozen worden het eigen bot wel terug te plaatsen. Maar er is altijd een kans dat het eigen teruggeplaatste bot toch niet meer in het eigen lichaam overleeft en wordt afgebroken (botresorptie).

De kans dat dat gebeurt, hangt sterk samen met de grootte van het weggenomen botdeel. Hoe groter het weggehaalde stuk schedelbot, hoe groter de kans dat er uiteindelijk afbraak of ontsteking van het eigen bot plaatsvindt na terugplaatsing.

BOTLUIK

Uit onderzoek weten we dat bij het terugplaatsen van het eigen bot in zo’n 40 procent van de patiënten waarbij een groot botluik moest worden gemaakt in een spoedsituatie, resorptie na terugplaatsing van het eigen schedelbot optrad. Momenteel is er een discussie of het bij grote schedeldefecten nog wel gewenst is om het eigen bot terug te plaatsen. Dat vanwege de relatief hoge kans op mislukking en de goede alternatieven die voorhanden zijn.

Er zijn dus veel patiënten waarbij het dus niet mogelijk is het eigen bot terug te plaatsen. Deze patiënten moeten dan ook altijd een helm te dragen om het hoofd te beschermen. Dat vinden patiënten vaak vervelend. Ook leidt het vaak tot irritatie van de hoofdhuid.

Diverse oplossingen zijn mogelijk voor deze problemen.

DIRECTE RECONSTRUCTIE

Bij kleine schedeldefecten brengt de neurochirurg bij de operatie waarbij de schedel wordt geopend aan het einde van de ingreep een soort pasta (Palacos ®) aan in het defect die met de hand gemodelleerd kan worden en die daarna uithardt. Dit materiaal verbindt zich niet met het eigen bot en ligt dus als het ware los.

Dit materiaal wordt vooral gebruikt bij patiënten die een tumor hebben waarbij, na verwijdering van de tumor, directe reconstructie plaatsvindt; in spoedsituaties wordt pas als de patiënt hersteld is tot reconstructie overgegaan.

PSI

Een Patiënt Specific Implant (PSI) is een implantaat dat het verloren gegane deel van de schedel vervangt en van verschillende materialen kan worden gemaakt. Veel gebruikt zijn titanium en kunsthars. In het ETZ hebben we veel ervaring met het materiaal PEEK. PEEK is een materiaal dat qua eigenschappen (hardheid, geleiding, gewicht) veel lijkt op bot en daardoor de voorkeur heeft. Ook is dit materiaal tijdens de operatie nog makkelijk aan te passen, wat flexibiliteit geeft tijdens de daadwerkelijke plaatsing.

CT-SCAN SCHEDEL

Door een goede planning vooraf aan de hand van een CT-scan van de schedel is het voor de MKA-chirurg mogelijk een goed ontwerp te maken dat naadloos in het bestaande schedeldefect past en met een aantal schroefjes aan de schedel kan worden vastgemaakt.

De daadwerkelijke plaatsing doet de MKA-chirurg samen met de neurochirurg op de operatiekamer.

COMPLICATIES

Ondanks dat een schedelreconstructie een relatief eenvoudige operatie is (gemiddelde operatieduur is zo’n 1,5 uur), kunnen toch complicaties plaatsvinden. Gelukkig is het zeldzaam, maar omdat het PSI lichaamsvreemd is, kan toch afstoting plaatsvinden.

Ook kan het materiaal geïnfecteerd raken of kan bij de operatie een scheurtje in het hersenvlies ontstaan. Wij vinden het belangrijk om je vooraf goed over alle mogelijkheden te informeren en ook de operatie en de mogelijke complicaties bespreken. Daarom zien we je graag nog een aantal keer terug op de polikliniek.

KWALITEIT

In het ETZ is veel ervaring met de schedelreconstructie. Gemiddeld wordt deze ingreep zo’n twaalf keer per jaar verricht.