Melanoom

Het melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat vanuit pigmentcellen, die ongeremd gaan groeien. Pigmentcellen komen overal in de huid voor. Wanneer pigmentcellen in groepjes bij elkaar liggen, vormen zij een moedervlek. Deze pigmentcellen kunnen soms veranderen in kankercellen.

Dit kan zowel gebeuren met de pigmentcellen die samen een moedervlek vormen als met pigmentvlekken die los liggen in de huid. In het eerste geval gaat een langer bestaande moedervlek veranderen in een melanoom. In het tweede geval ontstaat direct een melanoom op de gave huid waar nooit een moedervlek heeft gezeten.

In tegenstelling tot de andere soorten huidkanker is het melanoom een agressief groeiende tumor en doordat de cellen zich kunnen verplaatsen, kunnen uitzaaiingen ontstaan naar lymfeklieren en andere organen. Het melanoom wordt relatief vaak bij jongere mensen gezien, terwijl de meeste andere vormen van huidkanker juist bij oudere mensen worden gezien.

Mensen met veel onrustige moedervlekken hebben een verhoogde kans op het krijgen van een melanoom. Komen onrustige moedervlekken in de familie voor of hebben andere familieleden een melanoom gehad, dan is het risico verhoogd. In ongeveer 10 procent van de gevallen zijn er aanwijzingen voor een erfelijke aanleg.

Een melanoom op de kinderleeftijd is overigens erg zeldzaam. Aangenomen wordt dat overmatig blootstelling aan zonlicht net als de andere vormen van huidkanker een risicofactor is. Vooral zonverbranding voor het twintigste levensjaar lijkt een rol te spelen.

Hoe ziet het melanoom eruit?

Melanomen ontstaan meestal vanuit bestaande moedervlekken. Een moedervlek die kwaadaardig wordt veranderd. Deze veranderingen kunnen zijn:

  • verandering van de vorm van de moedervlek: als de moedervlek onregelmatige contouren (grillige begrenzing) krijgt
  • verandering van kleur: donkerder van kleur of juist lichter van kleur of verschillende kleuren krijgt binnen een vlek (lichtbruin, donkerbruin, zwart, blauwzwart, rood, wit-roze)
  • verandering van grootte: wanneer een moedervlek groter wordt in combinatie met een van de andere kenmerken
  • jeuk
  • pijn
  • bloeden
  • ontstaan van een zweer

Als een melanoom spontaan ontstaat uit pigmentcellen die los liggen in de huid ontstaat een plekje dat op het eerste gezicht lijkt op een gewone moedervlek. Deze plek geeft na verloop van tijd ook de veranderingen te zien die hierboven zijn beschreven. Eventuele uitzaaiingen gaan voornamelijk via lymfebanen in de huid naar de lymfeklieren. Wanneer een lymfeklier een uitzaaiing bevat, is dat voelbaar als een stevig bultje onder de huid.

Diagnose

Het melanoom wordt door de ervaren dermatoloog vaak met het blote oog herkend. Zeer vaak wordt ook een zogenaamde dermatoscoop gebruikt. Dat is een apparaat waarmee door de oppervlakkige laag van de huid heen gekeken kan worden en de afwijking duidelijker bestudeerd kan worden. Volgens wordt met een speciale plaatselijke verdovingstechniek de verdachte plek verwijderd. Pas in het laboratorium kan de patholoog de diagnose onder de microscoop zeker stellen. Afhankelijk van bepaalde kenmerken, onder andere de diktegroei, wordt de vervolgbehandeling bepaald.

Behandeling

Het melanoom is een vorm van huidkanker die bij voorkeur met een operatie wordt verwijderd. Dat gebeurt onder plaatselijke verdoving door de dermatoloog. Als na verwijdering en microscopisch onderzoek de dikte van het melanoom bekend is, volgt kort daarna een tweede operatie.

Rondom het litteken waar het melanoom in eerste instantie is verwijderd, wordt nogmaals een stuk huid weggehaald met een ruime marge. Dat is voor de zekerheid en om te voorkomen dat eventueel verder gegroeide losse melanoomcellen kunnen uitgroeien. Bij deze tweede operatie kan een vrij grote en diepe wond ontstaan.

Soms kan de wond niet direct gesloten worden en is een huidtransplantatie nodig. Dat gebeurt gewoonlijk poliklinisch. Ook dit operatieweefsel wordt weer microscopisch onderzocht en als het goed is, wordt dan vastgesteld dat het melanoom volledig is verwijderd.

Schildwachtklieronderzoek

Om eventuele uitzaaiingen naar de dichtstbijzijnde lymfeklieren op te sporen, kan met een kleurstof, die wordt ingespoten in de huid ter plaatse van het litteken de schildwachtklier worden opgespoord. Vervolgens kan deze klier worden verwijderd en op uitzaaiingen worden onderzocht.

Als bij microscopisch onderzoek geen kwaadaardige cellen in de verwijderde klier worden aangetoond, is de kans op uitzaaiingen in de andere lymfeklieren zeer klein. Als wel uitzaaiingen worden gevonden in de schildwachtklier, moeten alle lymfeklieren in de directe omgeving worden verwijderd.

Het schildwachtklieronderzoek is relatief nieuw en in feite nog experimenteel. Het kan wel informatie geven over de verwachte kans op overleven, maar de overlevingskansen zelf lijken hierdoor helaas niet echt te verbeteren. Omdat de levenskansen niet duidelijk verbeteren door deze ingreep, wordt deze in Nederland niet routinematig verricht en zeker niet bij zogenaamde dunne melanomen.

Wanneer een volledig lymfeklierstation (dus niet alleen de schildwachtklier) wordt verwijderd, kunnen zich zowel op korte als op lange termijn complicaties voordoen. Mogelijke complicaties zijn bijvoorbeeld bewegingsbeperking, krachtverlies, uitstralende pijn, stoornissen in het gevoel en vochtophoping (lymfoedeem).

In dat laatste geval wordt de arm of het been dikker en kan zwaar en moe aanvoelen. Lymfoedeem manifesteert zich soms snel, maar meestal pas maanden of jaren na de operatie. Het schildwachtklier-onderzoek heeft voor- en nadelen, het is ingewikkeld. Een beslissing hierover gebeurt in overleg met jou en de arts.

Aanvullende behandeling

Mensen die geopereerd zijn aan een dik melanoom of die vanwege uitzaaiingen naar de lymfeklieren een klieroperatie hebben ondergaan, hebben een verhoogde kans op uitzaaiingen naar andere organen. Er bestaat momenteel helaas geen aanvullende standaardbehandeling met medicijnen om dit risico te verkleinen. Voor de behandeling van uitzaaiingen op andere plaatsen dan de lymfeklieren (bijvoorbeeld in lever en longen) kan worden gekozen voor chemotherapie, immunotherapie of radiotherapie, afhankelijk van de plaats en de uitgebreidheid van de uitzaaiing.

Wat kun je zelf nog doen?

Na behandeling van een melanoom is het belangrijk de huid goed in de gaten te houden. Als nieuwe pigmentafwijkingen ontstaan of als bestaande moedervlekken veranderen, is het verstandig je dermatoloog te raadplegen. Let ook op huidveranderingen in de omgeving van het operatielitteken. Ook is het verstandig te letten op eventuele vergroting van lymfeklieren. Overmatige blootstelling aan zonlicht en vooral zonverbranding moet worden vermeden.

Controle door de dermatoloog

Afhankelijk van de dikte van het melanoom, zoals vastgesteld bij microscopisch onderzoek, vinden de controles plaats volgens een bepaald schema gedurende vijf tot tien jaar. Bij de controles wordt de gehele huid zorgvuldig door uw dermatoloog bekeken en worden afwijkende moedervlekken speciaal geanalyseerd. Ook lymfeklieren worden onderzocht. Bij de controles is het routinematig maken van röntgenfoto’s, echo’s of scans niet zinvol, tenzij er een speciale reden voor is.

Vooruitzichten

De vooruitzichten van iemand die een melanoom heeft gehad, hangen sterk af van de kans op het ontstaan van uitzaaiingen. Dit laatste is weer afhankelijk van de dikte van het melanoom, zoals die bij microscopisch onderzoek is vastgesteld: hoe dunner het melanoom, des te groter de kans op volledige genezing.

Momenteel is de overlevingskans van alle mensen met een melanoom in Nederland ongeveer 80 procent. Bij een uitzaaiing in een lymfeklier is de kans op genezing kleiner. Bij uitgebreide uitzaaiingen via het bloed in andere organen is genezing in het algemeen erg moeilijk.