Lui oog

Een lui oog is een oog dat niet goed kan zien, doordat het op jonge leeftijd niet de kans heeft gekregen om zich goed te ontwikkelen (om goed te leren zien).

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaken zijn:

  • scheelzien;
  • brilafwijking;
  • combinatie van scheelzien en brilafwijking;
  • afwijking aan de gezondheid van het oog (organische afwijking).

Klachten

Over het algemeen hebben kinderen geen klachten. Zij hebben vaak nog één prima functionerend oog en passen zich aan deze manier van zien aan. Soms is er verminderd dieptezien aanwezig. Maar de meeste kinderen hebben hiermee geen (merkbare) problemen.

Onderzoek

Tijdens het eerste bezoek doet de orthoptist verschillende onderzoeken zoals de oogstand bepalen met een fixatielampje, dieptezien, gezichtsscherpte en mogelijke brilafwijking meten met oogdruppels. Ook onderzoekt de oogarts de gezondheid van het oog. Het totale onderzoek inclusief het inwerken van de oogdruppels duurt ongeveer anderhalf uur. De vervolgcontroles duren ongeveer vijftien minuten.

Het druppelonderzoek wordt over het algemeen jaarlijks herhaald. De orthoptist geeft dat van tevoren aan. De totale duur is ongeveer één uur.

Behandeling

  • bril, als een brilafwijking wordt geconstateerd;
  • afplakken van het goede oog (occlusietherapie).

Mocht het afplakken echt niet lukken, dan zijn er nog andere behandelmethoden, zoals het toedienen van oogdruppels of een speciale folie op de bril. Deze methoden kunnen niet altijd toegepast worden en hebben zeker niet de voorkeur.

Het is erg belangrijk om de therapie goed door te zetten omdat een lui oog slechts behandeld kan worden tot ongeveer acht tot twaalfjarige leeftijd (afhankelijk van de oorzaak). Op latere leeftijd is behandeling niet meer mogelijk. 

Folders

Meer informatie